Zenne en het kanaal in Anderlecht

Op zaterdag 23 april werd de nieuwe wandeling/zoektocht naar een waterloop - De Zenne en het kanaal in Anderlecht ingewandeld.

Het geheel is een initiatief van Coördinatie Zenne, samen met Leefmilieu Brussel, de haven van Brussel en de gemeente Anderlecht.

De wandelbrochure zelf voor deze 6,5 km lange tocht, met normaal vertrek aan Ceria Coovi op de Bergensesteenweg, kunt u vrij gemakkelijk aanschaffen bij één van de voornoemde partners. Zelf zijn we zo vrij toch een kleine samenvatting te geven met eigen accenten op het Anderlechtse.

We zijn gestart aan sluis n° 10 gelegen aan kruispunt van de A. Dehemstraat en de Veewijdekaai. En we hadden geluk want er kwam juist een boot aan die diende versluist te worden.

De gids wees er ons op dat door de uitvinding van de stoommachine door James Watt (geboren Greenock op 19 januari 1736 en overleden te Birmingham op 25 augustus 1819), er in 1784 heel wat zaken pijlsnel vooruitgingen. Dankzij deze uitvinding kon men krachten produceren en werd in feite de industriële revolutie mogelijk gemaakt. Tot dan werd alle energie geleverd door menselijke en dierlijke spierkracht, maar dat kon nu vervangen worden door een machine.

De stoommachine zélf is een motor die d.m.v. onder druk staande stoom, die vaak het gevolg is van verhitting door verbranding van steenkool, mechanische arbeid levert. Dit betekent ook dat men heel wat steenkool nodig had, die men moest kunnen vervoeren.

In België moest dit vooral komen uit het zuiden van het land en diende men dit te doen met paard en kar. Dat betekende dat maar een maximum van 5 à 6 ton steenkool kon vervoerd worden en dat men er ongeveer één week over deed voor men bvb. Brussel bereikte.
Daarom is men meer en meer kanalen gaan graven om steenkoolvervoer via schip te kunnen doen, wat betekent dat men in één keer ongeveer 70 ton kon vervoeren.
En dat is ook de reden waarom het kanaal Charleroi-Brussel in 1832 in gebruik genomen werd omdat men aldus de steenkool vanuit de kolenbekkens in Henegouwen richting Brussel en Antwerpen kon transporteren. Nu is het geheel bevaarbaar voor schepen tot 1350 ton.

Op het kanaal zitten echter heel wat hoogteverschillen die in beide richtingen dienden overwonnen te worden.
Het vertrekpunt ligt ongeveer op 100 meter hoogte, terwijl het eindpunt in Sint-Jans-Molenbeek op iets minder dan 14 meter hoogte ligt. Vandaar dat men diende te werken met sluizen.
In het begin waren en 55 sluizen op het kanaal, nu zijn er slechts 10. En nog het Hellend vlak van Ronquières. De sluizen bevinden zich in Marchienne-au-Pont, Gosselies, Viesville, Lembeek, Halle, Lot, Ruisbroek, Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, met tussenin natuurlijk nog het Hellend vlak van Ronquières.

Het aantal schepen en de hoeveelheid vervoerde goederen neemt van jaar tot jaar toe.

Het is dus een heel belangrijke as. Trouwens, vanaf Brussel sluit het aan op het kanaal naar Willebroek.

Nu kan men een vervoer doen van Charleroi naar Willebroek op 2 dagen, wat een groot verschil is met vroegere tijden.

We mogen ook niet vergeten dat België qua dichtheid één van de best uitgeruste landen van Europa is, met meer dan 1.500 km waterwegen, voor een totale oppervlakte van 31.000 vierkante kilometer.

In het centrum heeft men de grote as Antwerpen-Brussel-Charleroi. Daardoor is Brussel natuurlijk ook een belangrijke binnenhaven geworden, bereikbaar voor schepen met Europese normen tot 1350 ton.

De Zenne zelf is een rivier in België die op 123 meter hoogte ontspring in het gehucht Naast, ten zuiden van Soignies.

De Zenne en de zgn. Zennette vloeien samen en het Zennegat vinden we in de buurt van Heffen, waar de Zenne stroomt in de Dijle.

Vanaf Tubize loopt het kanaal Charleroi-Brussel parallel aan de Zenne en voorbij Vilvoorde wordt de Zenne onderhevig aan de getijden van de Noordzee.

Er moet opgemerkt worden dat in vroegere tijden, alle waterlopen “beek” genoemd werden, vandaar dat men vaak het woord “beek” terugvindt, zelfs in de benaming van steden. En waar Zenne en het kanaal tezamen lopen, spreekt men van Tubeke-Tubize.

Belangrijk is ook op te merken dat er vele zgn. overlopen of overstorten zijn op de Zenne. Het is nl. door de inkokering van de Zenne dat op verschillende plaatsen het nodig was overstorten aan te leggen, waar de rivier bij hoge waterstand kan overlopen in het kanaal.

Dit is o.a. het geval in Lembeek en aan de sluizen van Anderlecht en Molenbeek.

Omgekeerd zijn er in Vilvoorde hevels, die een teveel aan kanaalwater opnieuw in de Zenne kunnen overstorten.

Omdat natuurlijk in de verstedelijkte gebieden de Zenne heel veel industrieel en huishoudelijk afvalwater te verwerken krijgt, heeft men er alles aan gedaan om het water te zuiveren.

Een eerste waterzuiveringsstation werd gebouwd in Vorst en in Vilvoorde is er een tweede, dat een laatste keer zuivert, zodanig dat werkelijk zuiver Zennewater toegang krijgt tot Vlaanderen.

Op dit ogenblik is het water van de Zenne trouwens veel zuiverder dan jaren terug, wat men ook kan merken aan de verhoogde vispopulatie die erop terug te vinden is.

Het huishoudelijk afvalwater van de stad, dat anderhalve eeuw lang ongezuiverd in de rivier geloosd werd, wordt sedert 2007 behandeld en afgevoerd, en komt dus niet meer in de Zenne, noch in het kanaal terecht.

We steken de brug over en nemen de Aakaai naar rechts. 50 meter verder slaan we links af net voor het dubbele bakstenen huis waar vroeger de sluiswachter en zijn familie woonde.

We komen op een landelijk pad, waar we aldus bij de Zenne komen, en verder gaan onder een spoorwegbrug. We komen uiteindelijk ook in het industriepark van Anderlecht, meer bepaald in de Bollinckxstraat. We zien hier dat het huis nr. 17 nog steeds bewoond is.

Ze spreken dus regelmatig in deze buurt ook over het Aa, zoals de overstort van de Aa, de Aakaai, enz. Aa is Keltisch voor water. Nu kan men ook zien dat op het Brussels gewest er ongeveer 15 km Zenne is, waarvan 5 km in open lucht. We zien ook verder dat men overstromingsgebieden aanlegt. We zien regelmatig ook eilandjes, die gevormd werden door de Zenne in het Brussels gewest. Tot het einde van de 19de eeuw waren er zo nog 5 eilandjes, waaronder het Sint-Gorikseiland waarop de stad Brussel is ontstaan, maar ook het eiland Sint-Helena, zeer bekend bij de Anderlechtenaren.

O.a. in de Bollinckxstraat ziet men heel wat industriële gebouwen, o.a. ook de vroegere bouw van de fabriek Laines d’Aoust. Spijtig genoeg werd de straat afgesloten en moet men dus teruggaan op zijn passen om dan terug te komen en voor het tankstation Lukoil een wandel-padje te volgen naar links om terug te wandelen langs de Zenne en een tijdelijk overstromingsgebied.

We gaan dan rechts de Industrielaan op, waar men de Paapsemlaan oversteekt en terug de in Industrielaan gaat. Hier is het een ontdekking voor vele mensen omdat men hier een heraan-gelegd pad van een 400 meter kan volgen tot op het punt waar het vroegere eiland Sint-Helena en het Klein Eiland zich bevonden. Ze verdwenen in de jaren ’50 door werken om overstromingen tegen te gaan.

We keren dan terug op onze passen en gaan via de Paapsemlaan terug naar het kanaal. We steken de brug over en zien vanop de brug heel mooi de vele woonboten liggen. En zo kunnen we terugkomen naar onze sluis nr. 10.

Op het infopaneel zien we dat ze 350 meter hoog is en een lengte heeft van 81,6 en een breedte van 10,5 meter.

Dit verslag is maar een verkorting van de vele zaken die u nog kunt ontdekken, maar we raden u aan om zeker de brochure aan te schaffen, waarvan hieronder een kleine afdruk.

Tekst en foto’s (tenzij anders aangegeven): Myriam Van Varenbergh

Terug

De Swaene

Genootschap voor heemkunde in Anderlecht

Neem contact met ons op

Heeft u een vraag, een opmerking of wil u lid worden van onze vereniging? Stuur ons een bericht en wij nemen contact met u op.